Het testosteron van de reebokken schiet van midden juli tot midden augustus door het plafond. De mannetjes denken in deze tijd van het jaar aan niets anders dan de vrouwen het hof maken. Ze zijn hier zo druk mee dat ze vergeten te eten en na afloop van de bronst afgepeigerd zijn.
Naast het versieren van de vrouwen is de bok ook druk met het verdedigen en afbakenen van zijn territorium. Hij doet dit door zijn geuren af te scheiden op bomen en struiken aan de rand van zijn gebied. De mannetjes hebben klieren tussen hun hoeven en bij de stangen van hun gewei waarmee ze hun geur afgeven. Wanneer een ander mannetje zijn gebied betreedt komt het niet snel tot een daadwerkelijk gevecht. Het dominante mannetje zal de indringer verjagen door achter hem aan te rennen en te laten zien dat hij groter en sterker is dan zijn rivaal. Dit is vaak al genoeg om de indringers weg te jagen.
Wanneer een reegeit het territorium van het mannetje binnenkomt zal hij haar geur opmerken door zijn hoofd naar achteren te leggen en heen en weer te schudden. Zo komt de lucht met feromonen van het vrouwen langs een speciaal orgaan in de neusholte van de bok. Het orgaan van Jacobsen in de neusholte ontcijfert de geurcode van het vrouwtje waarmee de bok te weten komt of zij klaar is om het hof gemaakt te worden. Het mannetje zal het vrouwtje niet met rust laten en eindeloos achter haar aan blijven lopen. De geur die het vrouwtje afstoot via haar achterste zijn zo sterk dat hij dit soms wel uren kan volhouden. De paring zelf duurt vaak maar enkele secondes waarna het hele ritueel weer van voor af aan begint.
Comments